De afgelopen jaren is de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeterd. Maar voor achterover leunen is het te vroeg. Nog te vaak wordt de norm overschreden, waardoor de toelating van middelen ernstig in gevaar komt. Het moet dus beter en sneller.

Guus Meis, beleidsspecialist Water & Omgeving van LTO Glaskracht Nederland, schetst een beeld van de stand van zaken. Dat beeld verschilt per regio, zegt hij. “Zo is in Limburg het aantal overschrijdingen van de norm met 25 procent gedaald. In het werkgebied van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard zijn sinds 2005 grote stappen gezet. Bij het hoogheemraadschap van Delfland ook, maar daar stagneert de kwaliteitsverbetering op het moment. Alles bij elkaar zijn er nog te veel overschrijdingen; soms bevat het oppervlaktewater nog vijf tot tien maal de toegestane hoeveelheid aan resten van gewasbeschermingsmiddelen. Het is duidelijk: de piek moet lager komen te liggen.”
Daar is een deadline aan verbonden. Hij ligt vast in de tweede nota Duurzame Gewasbescherming. Ten opzichte van 2013, het jaar van de nulmeting, moeten in 2018 de normoverschrijdingen met 50% zijn gedaald. In 2023 moet dat zelfs 90% zijn. Gaat dat wel lukken? “Het wordt spannend”, aldus Meis, “want er zijn vertragingen geweest in de ontwikkeling van de regelgeving. Zolang daarin geen duidelijkheid kwam, was het voor telers lastig om iets te gaan doen en namen ze een afwachtende houding aan.”

Achterstand wegwerken

Hoewel de doelstellingen niet wettelijk zijn vastgelegd, moeten telers ze wel halen, want te veel normoverschrijdingen hebben een direct effect op het beschikbare middelenpakket. Meis: “Als op 1 januari 2018 die 50 procent reductie niet is gerealiseerd, komt er natuurlijk extra druk te liggen op de jaren tot 2023. De vooruitgang zal dan zo groot moeten zijn, dat de achterstand wordt weggewerkt en die 90 procent in 2023 toch gehaald.”
De uitdaging zit deels in de investeringen: de zuiveringsapparatuur die nodig is en waarin de teler moet investeren, individueel of collectief. Een grotere uitdaging is de voorwaarde dat álle waterstromen in beeld zijn en worden meegenomen. Dat blijkt in de praktijk lang niet overal het geval te zijn. “Niet alle telers kennen hun waterinfrastructuur, zeker niet als deze al wat ouder is. Daardoor kunnen ze kleinere afvoerstromen en afvoerpunten ‘missen’. De teler weet niet dat ze er zijn, waardoor ongemerkt restanten van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater komen. Dat zien we ook makkelijker gebeuren bij bedrijven die naastgelegen bedrijven hebben overgenomen en bij telers die de urgentie niet begrijpen.”

Gebiedsgerichte aanpak

In de gebiedsgerichte aanpak werken de waterschappen, de gemeenten en LTO (namens de sector) samen om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Het waterschap brengt de kwaliteit van het oppervlaktewater nauwkeuriger in beeld en deelt de resultaten met de ondernemers. Dat leidt tot een beter inzicht, tot op het niveau van de individuele bedrijven. Meis: “Als vlak bij een bepaald bedrijf een te hoge concentratie restanten wordt gemeten, kan de eigenaar, desgewenst samen met een toezichthouder, op zoek gaan naar onbedoelde of onbewuste lozingen, om die te gaan saneren. Daarnaast ontstaat inzicht in de vraag waar in de betreffende polder nog aan gewerkt moet worden.”
In een concentratiegebied van glastuinbouw voldoet de waterkwaliteit vaak nog niet aan de normen. De concentratie van bedrijven is nadelig voor de waterkwaliteit. Want als elk bedrijf een klein beetje loost, is dat terug te zien in de waterkwaliteit. Bij solitair gelegen glastuinbouwbedrijven is dat veel minder het geval. Dankzij de natuurlijke, zuiverende werking kan het oppervlaktewater een klein restje gewasbeschermingsmiddelen wel aan. Het is na verloop van tijd niet meer terug te vinden.

Investeren in emissieloze kas

Margreet Schoenmakers is programmamanager Water van LTO Glaskracht. Zij coördineert onder meer het programma Glastuinbouw Waterproof, dat tot doel heeft te komen tot een emissieloze kas. Hieruit zijn inmiddels tientallen kleinere en grotere deelprojecten voortgekomen.
“Zo is onder andere gewerkt aan emissiereductie voor de grondteelt, bijvoorbeeld door het toepassen van een lysimeter en/of vochtsensoren, aan het optimaliseren van hergebruik in grondteelten en aan het telen op andere substraten, het zogenaamde uit de grond telen.”

Veelzijdige projecten

In andere projecten werken onderzoekers aan het optimaliseren van de watergift en recirculatie in substraatteelten. In het gewas potorchidee wordt gewerkt aan het telen met hogere natriumgehaltes (waarbij het gewas het mineraal beter gebruikt en er dus minder hoeft te worden geloosd), aan verbetering van ontsmettings- en zuiveringstechnieken en aan het vergroten van de hoeveelheid beschikbaar regenwater. Dat kan door bijvoorbeeld een aquifer in de ondergrond aan te leggen. Margreet Schoenmakers: “Als de teler minder goed gietwater heeft, is het moeilijker om te recirculeren. Met een surplus aan gietwater van goede kwaliteit is dat te voorkomen.”
Ook kijkt Glastuinbouw Waterproof naar het sluiten van de waterketen op gebiedsniveau of naar mogelijkheden om het regenwater van bedrijventerreinen op te vangen en voor de glastuinbouw te gaan gebruiken.

De zaken finetunen

Ook nieuwe projecten staan op stapel, zoals een project dat tot doel heeft de microbiologische kwaliteit van water op te voeren. Nuttige micro-organismen moeten in het water worden gespaard, schadelijke aangepakt. Een betere microbiologische waterkwaliteit leidt tot een grotere plantweerbaarheid. De winst? De teler hoeft minder vaak naar chemische gewasbeschermingsmiddelen te grijpen, waarvan hij de resten altijd uit het water moet halen. Schoenmakers: “Ook hopen we dat hierdoor het hergebruik van recirculatiewater gemakkelijker wordt.”
Goed beschouwd ontsnapt geen druppel meer aan de aandacht. “Er zijn in het verleden grote stappen gemaakt. Denk aan het ontsmetten van drainwater, het optimaliseren van de recirculatie in de substraatteelten en het optimaliseren van de watergift en bemesting in de grondteelten. Nu zijn we op allerlei manieren en in allerlei gewassen bezig de zaken te finetunen.”

KasWaterWeter

Op de site www.glastuinbouwwaterproof.nl staan alle lopende en afgeronde onderzoeksprojecten van de afgelopen jaren. In de gepubliceerde resultaten kan de teler naar oplossingen zoeken. Die zijn ook verwerkt in de KasWaterWeter. Met deze webtool (ook op de genoemde website) kan de teler zoeken naar de voor zijn bedrijf relevante informatie, zonder dat hij alle onderzoeksrapporten moet doorworstelen.
Ook zijn er rekentools te vinden, waarmee hij kan achterhalen hoe zijn EC zich ontwikkelt, hoe het met het natriumniveau is gesteld, hoe groot de afvalwaterstroom is, hoeveel stikstof die stroom bevat, hoe groot de drain is, enzovoort. De website fungeert als digitale kennisbank op het gebied van water en tuinbouw. Er is veel informatie te vinden over manieren om te voldoen aan de zuiveringsplicht en zelfs over de vraag hoe een teler tot een emissieloze kas kan komen.

Nullozing aantonen

Deze informatie is welkom, want alle telers staan voor een opdracht. Enerzijds moet een teler kiezen: welke oplossing past het best op zijn bedrijf? Anderzijds moet een ondernemer die geen zuiveringsapparaat aanschaft omdat hij niet loost, deze nullozing aantonen, als een omgekeerde bewijslast. Meis: “Je hebt dan tekeningen nodig van de waterinfrastructuur, je moet procedures beschrijven, een waterbalans overleggen, enzovoort.” Op basis van de bewijsvoering komen toezichthouders op bedrijfsbezoek en leggen zij in een verslag vast of de ondernemer de nullozing aannemelijk heeft gemaakt.

Tekst en beeld: Jos Bezemer