De economen van ABN AMRO berekenden dat de prijzen voor voedsel in het Verenigd Koninkrijk in de eerste acht maanden van 2017 met circa twee procent zijn gestegen, vanwege het lagere Britse pond. De lage zelfvoorzieningsgraad maakt de Britten afhankelijk van import. De bank besteedt dit kwartaal speciale aandacht aan de naderende Brexit.

Tegelijkertijd bespeuren de economen meer oorzaken voor de prijsstijging. De slechte oogst in Murcia (Spanje) aan het begin van het jaar dreef de prijs van groenten al op. Ook is een aantal Britse supermarkten gestopt met het aanbieden van kortingen op producten. Het lijkt er op dat de komst van discounters als Aldi en Lidl daar aanleiding toe zijn. De Britse ketens moeten zich daardoor op andere dingen onderscheiden dan prijs.

Import afhankelijk

De zelfvoorzieningsgraad van het VK is 54%, waardoor het land enorm afhankelijk is van de import van voedsel. Maar liefst 27% van de voeding komt uit de EU. Bloemen worden zelfs voor 90% geïmporteerd. De bank voorspelt een aantal veranderingen als gevolg van de Brexit. Zo verwachten de experts dat het land afhankelijk blijft van import, omdat er geen tekenen zijn dat de eigen productie omhoog gaat. Daarbij is al duidelijk dat de vraag naar groenten stabieler zal zijn dan die van sierteeltproducten. “Producten als bloemen zijn prijsgevoeliger en ondervinden meer hinder dan groenten en zuivel”, verwacht Pierre Berntsen, directeur Agrarische Bedrijven.
Ook speelt regelgeving volgens hem een belangrijke rol. “Toekomstige importheffingen versterken dit effect, maar het is te vroeg om daarover te speculeren. Inzicht in mogelijke effecten helpt producenten en exporteurs wel om na te denken over alternatieve strategieën.” Volgens zijn collega Jan de Ruyter kan juist nu het verstevigen van relaties met Engelse partners voor Nederlandse bedrijven een kans zijn om toekomstige leveringen veilig te stellen.

Tekst: Pieternel van Velden