Als we over dertig jaar de tuinbouw analyseren, zien we dat tuinbouwbedrijven pure productiebedrijven zijn geworden. Organisaties die worden aangestuurd door de voorkeuren van ‘personalised food’. De macht ligt volledig bij de consument, en de grote industrieën bedienen die consument. Zij bepalen wat de tuinbouw produceert.

Het was de kern van het betoog van Pieter Jelle Beers, lector Nieuwe Business Modellen voor Landbouw- en Voedseltransitie bij de HAS en onderzoeker bij DRIFT, onderzoeksinstituut voor duurzaamheidstransities. Hij bracht deze toekomstvisie tijdens de officiële opening van het World Horti Center, die op 7 maart plaatsvond. Beers baseert zijn uitspraken op een toekomstverkenning in de tuinbouwsector, die hij samen met marktpartijen en overheden heeft uitgevoerd.

Gepersonaliseerd dieet

Over niet al te lange tijd gaat onze gezondheid bepalen wat we eten. Iedereen krijgt een gepersonaliseerd dieet – personalised food – omdat we straks exact weten welk eten bij ons genoom past, bij onze genen en bij onze smaak. En dat weet de industrie ook, of onze verzekeraar. Al die informatie gaat straks bepalen welke groente en fruit wij, als consumenten, moeten eten. Volgens Beers is het niet meer de vraag of dit gaat gebeuren, omdat die transitie al lang aan de gang is. Als bewijs hiervoor noemde hij de app Actify van Zilveren Kruis, een digitale coach die mensen helpt gezonder te leven. Maar waarmee ook heel veel data wordt verzameld over de voorkeuren van mensen.

Circulariteit en participatie

Later op de middag ging Frank Hollaar van advies- en accountantsbureau Flynth nog wat dieper in op de toekomstverkenning die P.J. Beers had aangestipt. Flynth is een van de marktpartijen die heeft meegewerkt aan deze toekomstverkenning. Volgens Hollaar is circulariteit in 2050 randvoorwaarde om nog met tuinbouw bezig te mogen zijn. En personalised food is een voorwaarde om verspilling van energie en grondstoffen tegen te gaan. Ook de participatie van consumenten, bijvoorbeeld als aandeelhouder, in tuinbouwproductiebedrijven is een model dat de onderzoekers voor de toekomst als bijna onvermijdelijk zien.

Volledige transparantie

De tuinbouw zal gevolgen ondervinden die menig ondernemer, met de ogen van nu, erg onplezierig vindt. Meer regelgeving is een direct gevolg. Er ontstaat volledige transparantie in de ketens. De opbouw van de kostprijs wordt, van zaadje tot winkelschap, voor iedereen inzichtelijk. En er komt veel meer econometrie in de tuinbouw. We gaan ‘voorspellend’ produceren. We laten alleen nog producten groeien waarvoor we zeker een afnemer hebben. De vraag, die Hollaar zelf meteen oproept, is hoeveel ruimte er nog is voor autonome ondernemers. In zijn visie wordt die ruimte erg klein. We gaan onvermijdelijk, ook in de productietuinbouw, naar collectief of grootzakelijk ondernemerschap met waarschijnlijk beursgenoteerde ondernemingen. Agribusiness wordt de norm.

We vernietigen de aarde

Een trend die Hollaar ook noemde – local-for-local in megacities – werd in een andere workshop door Meiny Prins, directeur van Priva, stevig onderschreven en verder uitgebouwd. Zoals we nu met de land- en tuinbouw omgaan, zo gaat het niet langer, vertelde Prins. De vervuiling, de uitputting, en de afvalproductie is enorm groot; we vernietigen onze wereld in een vliegende vaart. We besteden nu wereldwijd 7.000 miljard dollar aan steun voor systemen die onze aarde ten gronde richten. Daarbij denkt zij onder meer aan de fossiele energie, maar ook aan de bio-industrie of palmolieplantages. Het verdwijnen van dergelijke systemen ziet Prins niet alleen als noodzakelijk, maar ook als onvermijdelijk.

Drie bepalende trends

Meiny Prins ziet drie trends die onze toekomst gaan bepalen.
1. Technologische doorbraken. Er zijn op dit moment meerdere nieuwe technieken tegelijk die doorbreken. Zo gebruiken we over tien jaar voornamelijk zonne-energie om al onze systemen te laten functioneren.
2. Alles wat geen waarde meer toevoegt, houdt op te bestaan. Zo zijn alle olie- en gasmaatschappijen binnen afzienbare tijd waardeloos. Maar dit principe geldt ook voor banken of zelfs de huisarts.
3. Het wordt de eeuw van de steden. Na de keizerrijken in de 19de eeuw, en vervolgens de landen in de 20ste eeuw, bepalen in de 21ste eeuw de steden de toekomst van de mens.

Inwoners eisen schone leefomgeving

In die steden wonen steeds meer mensen die alle vervuiling en misstanden niet meer pikken. Ook zij willen schone lucht, een groene leefomgeving en vers voedsel uit de buurt. Wereldwijd zien we dat ontwikkelaars van steden – noodzakelijk of niet – ook aandacht hebben voor de ontwikkeling van tuinbouwproductie. In China, maar ook in Brazilië en de Arabische Emiraten, werpen bouwondernemingen, projectontwikkelaars en architecten zich ook op de ontwikkeling van tuinbouwprojecten. Soms zelfs is het een voorwaarde om appartementen of woonwijken te mogen bouwen.

Megastad als nieuw ecosysteem

Steden snappen steeds beter dat er rond stadscentra een ‘groene belt’ nodig is waarin voedselproductie plaatsvindt. En de Nederlandse tuinbouwindustrie is bij uitstek gepositioneerd om die steden daarbij te helpen. Wij hebben alle producten, alle diensten, maar ook alle kennis in huis. Sterker nog, feitelijk is Nederland zelf zo’n megastad met een ‘groene belt’, die onze voedselproductie verzorgt. Wij zijn het levende voorbeeld van een Sustainable Urban Delta, aldus Meiny Prins.

Tekst: Rob van Mil. Foto: Priva.





Gerelateerd