Op initiatief van Stichting Hortivation wordt een nieuwe norm ontwikkeld voor het meten van de optische eigenschappen – met name de hemisferische lichttransmissie en lichtverstrooiing – van kasdekmaterialen en schermen. Er komt ook een nieuwe norm voor de steekproefname van glas. Beide zijn nodig om telers de gewenste zekerheid en transparantie te bieden over de lichteigenschappen van kassen en scherminstallaties.

Op basis van een breed gedragen PPS-project onder de vlag van de topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, werken de toeleverende industrie (kassenbouwers en schermfabrikanten, glasproducenten, -handelaars en installateurs), LTO Glaskracht Nederland, het Nederlands Normalisatie Instituut en Wageningen University & Research aan een nieuwe, gestandaardiseerde norm (NEN-norm) voor het bepalen van de optische eigenschappen van kasdek- en schermmaterialen.
Tegelijkertijd wordt een nieuwe norm ontwikkeld voor het nemen van steekproeven van glas. Door nieuwe technologische ontwikkelingen en voortschrijdend inzicht blijken de huidige NEN-normen 2675 (meten) en 2674 (steekproefname), die sinds 1990 van kracht zijn, niet meer toereikend.

Grote diversiteit

Licht is een belangrijke productiefactor. En dankzij tal van innovaties hebben telers meer mogelijkheden dan ooit om de productiefactor naar hun hand te zetten en af te stemmen op de behoefte van hun gewas of gewassen. Er is grote diversiteit in glassoorten, hun lichtdoorlatendheid en de mate waarin zij het licht verstrooien. Speciale coatings of oppervlaktebehandelingen met nano- of microstructuren op glas maken het mogelijk om de aard en hoeveelheid van het doorvallende licht zodanig te beïnvloeden dat telers het natuurlijke daglicht maximaal kunnen laten renderen. Zo zorgt een antireflectiebehandeling voor een hogere hemisferische lichttransmissie en geven structuren op het glas een verhoging van de lichtverstrooiing. Ook tijdelijke coatings of schermmaterialen kunnen deze eigenschappen beïnvloeden.
Om binnen de grote diversiteit aan materialen de juiste keuzes te kunnen maken, dienen de optische eigenschappen van kasdekmaterialen en schermen op een goede en eenduidige wijze te worden vastgesteld. Een tweede voorwaarde is dat de monsters waaraan deze metingen plaatsvinden, representatief zijn voor de partijen of batches waar zij deel van uitmaken.

Diffuus licht

“De oude norm gaat uit van helder, enkellaags glas”, legt onderzoeker Gert-Jan Swinkels van Wageningen University & Research uit. “Dat glas plaatsen we loodrecht onder een lichtbron, waarna we de hoeveel licht meten die wordt doorgelaten. We weten echter al lang dat dit geen goede afspiegeling is van de werkelijkheid. Vanwege de draaiing van de aarde valt zonlicht onder verschillende hoeken op een kasdek of scherm en wordt er afhankelijk van de hoek én het materiaal een groter of kleiner deel van het licht doorgelaten. Om die reden is de hemisferische lichttransmissie een veel representatiever getal voor de hoeveelheid licht in een kas.”
Inmiddels is ook duidelijk dat niet alleen het percentage doorvallend licht van belang is. Begrippen als haze en F-scatter zijn evenzeer van belang. De hazefactor drukt uit hoeveel licht wordt verstrooid, de F-scatter zegt ook nog hoe goed het ruimtelijk verdeeld is. Vooral dat laatste is belangrijk, omdat verschillende glassoorten met dezelfde hazefactor een andere verdeling kunnen hebben. Die kan zowel breed als smal zijn. Een brede verstrooiing is in principe gunstiger voor de doordringing en verdeling in het gewas dan een zeer smalle verstrooiing. Aangezien een hogere verstrooiing gepaard kan gaan met wat meer lichtverlies, zijn zowel hemisferische lichttransmissie als lichtverstrooiing belangrijke parameters van een materiaal.

Horti-scatter

“Beide kengetallen krijgen een plaats in het nieuwe meetprotocol”, vervolgt Swinkels. “Al teken ik daarbij aan dat wij het begrip F-scatter intussen hebben vervangen door een ander begrip, in basis hetzelfde, maar nog verder verfijnd. Een officiële naam is nog niet vastgesteld, al lijkt de term Horti-scatter hoge ogen te gooien.”
Volgens Swinkels is er consensus over het nieuwe meetprotocol. Hij verwacht de publicatie nog dit voorjaar. Wanneer de inspraakprocedure geen vertragingen oplevert, kan de nieuwe NEN-2675 dit najaar van kracht worden.
De norm over steekproefname vergt wat meer tijd, voornamelijk omdat de optische eigenschappen van diffuse kasdekmaterialen meer spreiding vertonen dan die van enkellaags helder glas. Bij een grotere spreiding is doorgaans een grotere steekproef nodig, waaraan natuurlijk een prijskaartje hangt. De gehele procedure moet opnieuw in de glasketen worden afgesproken. “Een breekpunt zal het niet zijn, maar het duurt nog even voordat het signaal op groen kan”, aldus de onderzoeker.

Meetapparatuur

Een praktisch punt om de nieuwe normen te kunnen toepassen, is de beschikbaarheid van geschikte meetapparatuur. Op dit moment is er wereldwijd welgeteld één apparaat dat in staat is om de hemisferische lichtmetingen volgens protocol uit te voeren. Het staat in Wageningen en is daar zo’n tien jaar geleden in eigen beheer ontwikkeld.
Swinkels: “Het is wenselijk dat er commerciële apparatuur beschikbaar komt waarmee de toeleverende industrie uit de voeten kan. Inmiddels is er een samenwerkingspartner gevonden die dergelijke apparatuur zal maken, maar ik kan nog niet zeggen hoe lang het gaat duren totdat deze te koop is en wat die apparatuur zal gaan kosten.”

Samenvatting

Op initiatief van toeleverende bedrijven hebben onderzoekers een nieuwe standaardnorm ontwikkeld voor het meten van de optische eigenschappen van kasdek- en schermmaterialen. Deze zal waarschijnlijk na de zomer van kracht zijn. Er komt ook een nieuwe norm voor het nemen van steekproeven uit partijen glas. Dankzij de nieuwe normen zijn materialen objectief met elkaar te vergelijken en kunnen telers beter gefundeerde keuzes maken.


Directeur Harm Maters:

‘Stichting is innovatiepartner voor technologisch onderzoek’

De initiatiefnemer van het PPS project is Stichting Hortivation, die in 2015 door kassenbouw- en installatiekoepel AVAG is opgericht om precompetitief onderzoek te initiëren.
“De stichting stelt zich op als een slagvaardige innovatiepartner voor kennisinstellingen inzake technologie”, zegt directeur Harm Maters. “De aandacht gaat niet alleen uit naar hardware zoals kassen en scherminstallaties, maar naar technologie in de breedste zin van het woord. Dit is één van de vier PPS-projecten die we de afgelopen twee jaar van de grond hebben gekregen.”
Maters vindt dat het project, waarbij twee werkgroepen zijn betrokken, vlot is verlopen. “Het lijkt erop dat we het dit jaar kunnen afronden en daar ben ik erg blij mee. Telers hebben recht op duidelijkheid en transparantie. Dankzij de nieuwe normen kunnen toeleveranciers dat straks bieden. Dat schermen en coatings nu ook onder de nieuwe standaardnormen vallen, is een belangrijke verbetering.”


Tekst: Jan van Staalduinen. Foto’s: Lé Giessen, Jan van Staalduinen en Studio G.J. Vlekke