Als sinds jaar en dag wordt in de teelt van gerbera zwavel verdampt tegen echte meeldauw. De druk van meeldauw is toegenomen sinds het gebruik van verduisteringsdoeken en de opkomst van biologie. Door de verduistering zien we grotere schommelingen in luchtvochtigheid. De toename van het gebruik van biologische bestrijders maakt het lastiger om zwavel te gebruiken, omdat veel bestrijders zoals de sluipwespen Encarsia en Eretmocerus, de roofmijten A. swirskii, A. montdorensis, Phytoseilus persimilis en de galmug Feltiella allemaal erg gevoelig zijn voor zwaveldamp in de eerste weken na uitzetting.

Om de kans van slagen van opbouw van de bio-populatie te vergroten, moet de zwaveldruk worden verlaagd. Traditioneel gaan in de maand maart de verdampers dan ook voor een aantal weken uit om de biologie een snellere opstart te geven.

Gewenningsperiode

Toch zien we de laatste jaren dat verschillende bestrijders, als die eenmaal gevestigd zijn in een gerberagewas, ook in het najaar en de winter prima gedijen in combinatie met het verdampen van zwavel. Blijkbaar zijn deze bestrijders er tolerant/weerbaarder of resistent voor geworden, vooral Encarsia, Phytoseilus en Feltiella zien we vaak al spontaan weer terugkomen aan het einde van de winter.

Zwavelafhankelijk

Voor telers is dit een voordeel omdat ze eigenlijk nog steeds niet zonder zwavel kunnen. Zwavel is nog steeds de goedkoopste en meest milieuvriendelijke wijze van preventieve meeldauwbeheersing. Veel meer dan preventieve gewasbespuitingen. Een spuitronde in het voorjaar met Luna Privilege kan een langdurige preventieve werking geven, maar voor gevoelige rassen is dit vaak niet voldoende. Curatieve bestrijdingen zijn ook niet positief voor de gewassen en biologie, omdat het gewas enkele uren nat is.

Klimaat steeds bepalender

Het klimaat lijkt een steeds bepalendere factor te worden in de beheersing van meeldauw. Het voorkomen van trek of een sterke dip in luchtvochtigheid is daarbij het kernwoord. Niet meer (door)luchten met de windzijde blijkt onder meer in Canada een cruciale factor te zijn in dit kader. Ook in Nederland adviseren wij dit sinds ruim een jaar. Vooral in warme perioden zijn telers vaak geneigd toch met de windzijde te luchten, terwijl het gewas voldoende koelcapaciteit heeft om dit niet te hoeven doen. Het blijkt dat minder agressief luchten tot een veel betere meeldauwbeheersing kan leiden. Zwavel is nog steeds nodig, maar hiermee kunnen we noodzakelijke chemische correcties tot een minimum beperken.

Tekst: Marco de Groot, Flori Consult Group.

Gerelateerd